zaterdag 1 december 2007

Homo ludens homo ridens, en de lachende aap

Referentie:

Van Hooff, Jan, "Homo ludens, homo ridens, en de lachende aap", Antenne (2004) p. 40 - 44.

Informatief extract:

"De mens is een ‘eigen’-aardig zoogdier, zoals trouwens elke diersoort, ja elke levende soort zijn eigen geaardheid heeft. Ook onder ‘ons soort dieren’, de primaten, valt onze eigen-geaardheid bijzonder in het oog. Of dat alleen maar een gevolg is van het feit dat we het over onszelf hebben...? " (p.40)

"Maar toch, er lijken van die domeinen te zijn waarin de mens zich wezenlijk onderscheidt van zijn verwanten. Een daarvan is humor. Want wat is humor? Van Dale zegt er dit over: het is het "oog en gevoel voor vrolijk makende tegenstrijdigheden tussen voorkomen en bedoeling of betekenis van zaken, handelingen en gebeurtenissen, en de neiging het vrolijk makende in gebeurtenissen het meest te doen uitkomen". De Engelse Webster Dictionary omschrijft humor als: "the mental faculty of discovering, expressing and appreciating ludicrous or absurdly incongruous elements in ideas, situations, happenings or acts". Wel, dit lijkt een mate van relativerend bewustzijn te veronderstellen, dat we toch moeilijk aan dieren kunnen toekennen.

In een lemma over humor in het Encyclopaedisch Handboek van het Moderne Denken uit 1950 legt een zekere Dr. Proost het accent nog iets anders: "Iemand die oog heeft voor het kleine en betrekkelijke van het menselijke doen en laten is een humorist. Wij kunnen het doen der mensen met een lach en een traan bezien. Humoristisch is dus volstrekt niet: is-gelijk-aan-grappig. Veel dichter ligt de humor, als hoogste vorm van het komische, bij het tragische". Nu, dat laatste kun je aanvechten; het is maar wat je als ‘hoog’ beschouwt. In ieder geval hebben de meeste auteurs toch vooral het element van vrolijkheid, zoals zich dat uit in de lach, met humor geassocieerd, en zeker niet het element van droefheid, dat we juist met huilen verbinden. Maar goed, is ook de lach niet een uniek menselijk gedragspatroon? Het is niet zo moeilijk om in de literatuur uitspraken op te sporen in de geest van: De Mens, het enige levende wezen dat lacht." (p.40-41)

"Homo sapiens munt niet alleen uit in zijn ‘weten’, hij is ook bij uitstek de lacher, Homo ridens. De cultuurfilosoof Huizinga heeft het goed begrepen, hij was namelijk ook Homo ludens, de altijd speels blijvende aap, de humoraap." (p.44)

Creatieve commentaar:

Dat artikel gaat op zoek naar de evolutionaire oorsprong van humor en lachen. Het is echter geen biologisch maar een filosofisch onderzoek. Het is een zoeken naar de essentie van de mens. Maakt humor de mens tot mens? De mens is niet alleen het "rationele beest", hij is ook het "lachende beest".

Geen opmerkingen: