Posts tonen met het label FILOSOFISCHE ANALYSE VAN DE LACH. Alle posts tonen
Posts tonen met het label FILOSOFISCHE ANALYSE VAN DE LACH. Alle posts tonen

vrijdag 7 december 2007

Le rire. Essai sur la signification du comique.

Referentie:

Bergson, Henri, Le rire. Essai sur la signification du comique, Paris: PUR, 1975, 159 p.

Informatief extract:

"Du comique en général

Le comique des formes

et la comique des mouvements

Force d'expansion du comique

Que signifie le rire? Qu'y a-t-il au fond du risible? Que trouverait-on de commun entre une grimace de pitre, un jeu de mont, un quiproquo de vaudeville, une scène de fine comédie? Quelle distillation nous donnera l'essence, toujours la même, à laquelle tant de produits divers empruntent ou leurs indiscrète odeur de leur parfum délicat? Les plus grandes penseurs, depuis Aristote, se sont attaqués à se petit problème, qui toujours se dérobe sous l'effort, glisse, s'êchappe, se redresse, impertinent défi jeté à la spéculation philosophique...

Voici le premier point sur lequel nous appellerons l'attention. Il n'y a pas de comique en dehors de ce qui est proprement humain." (p. 1-2)

Creatieve commentaar:

Bij een analyse van humor kom je vanzelf uit bij het fenomeen lachen. Wat is de betekenis, de essentie, de functie van de lach? Met andere woorden wat is gemeenschappelijk bij de verschillende vormen van lachen? Heeft lachen altijd met komedie te maken? In ieder geval is het "komische" volgens Bergson iets exclusief menselijks. Er zijn er die dit tegenspreken (zie artikel over de evolutionaire oorsprong van humor).

dinsdag 4 december 2007

Lachen om de wereld. Dwarsliggers in het Europese Denken

Referentie:

Vanheeswijck, Guido, Lachen om de wereld. Dwarsliggers in het Europese Denken, Kapellen: Pelckmans, 1993, 212 p.

Informatief extract:

"Reeds bij de Grieken dient de clochard-filosoof Diogenes de verheven Plato van antwoord. In de Renaissance zoeken Erasmus, Morus en Montaigne hun weg tussen waarheid en spot. De zekerheden van de moderne tijd worden in de vorige eeuw door Schopenhauer en Nietzsche op een lach onthaald. Vooral de laatste decennia manifesteert de lach zich als centraal thema in de Europese cultuurfilosofie, als een metafoor voor het Europese vermogen tot twijfel, openheid en zelfkritiek. Erasmus en Eco, Freud en Fukuyama, Spinoza en Sloterdijk, Musil en Wittgenstein... Altijd weer duiken er "dwarsliggers" op in het Europese denken, om de mens te verdrijven uit de waarheidsparadijzen die hij voor zichzelf construeert, in de ijdele hoop er rust en zekerheid te vinden." (uit: covertekst)

"In nagenoeg elke titel van Kundera's oeuvre komt het substantie "lach" voor of wordt er op zijn minst naar verwezen: De Grap, Lachwekkende Liefdes, Het boek van de Lach en de Vergetelheid. Waarom de lach en wat is zijn functie? De diagnose die Kundera van onze tijd maakt is scherpzinnig, zij het vaak eenzijdig: waarheid, ethische normen en verheven idealen doen nog enkel dienst als rookgordijn, als alibi voor een praktijk die uitsluitend macht en eigenbelang beoogt. De moderne mens, die in Descartes' ogen meester en bezitter van de natuur zou worden, is gedegradeerd tot een speelbal van krachten waarop hij geen greep heeft en heeft daarbij verloren wat hem het meest eigen was: zijn "Lebenswelt". tegenover dit verlies, veroorzaakt door een koortsachtig zoeken naar onbetwijfelbare zekerheid, stelt Kundera de wijsheid van de onzekerheid, de zekerheid van de relativiteit van waarheden. Die wijsheid wordt belichaamd in de lach: tegenover en cultuur die de macht en de arrogantie van het woord tot principe heeft verheven, stelt hij de lach, de speelse lach als een ongereserveerde beaming van de grondeloosheid van elk streven en van de lichtheid van het hele bestaan." (p.149-150)

Creatieve commentaar:

De lach als metafoor deze keer.

Het boek lijkt me een cultuur-historische kritiek op Europa en het Europese denken. "De lach" is er al heel lang, verdwijnt in de loop van de geschiedenis, maar wordt door de zogenaamde dwarsliggers steeds opnieuw naar voren gebracht. Zij lachen om de wereld en lachen om zichzelf (cf Nietzsche).

Lachen om zichzelf - De vrolijke wetenschap

Referentie:

Helsloot, Niels, Vrolijke wetenschap, Nietzsche als vriend, Baarn: Agora, 1999, p. 272-284.

Informatief extract:

"Het hele project van de vrolijke wetenschap is erop gericht het vooroordeel te weerleggen dat het denken niet deugt waar lachen en vrolijkheid is. 'Gedachten' die door de heersende moraal worden uitgesloten, en die daardoor komisch en dwaas zijn, zijn pas na weerlegging van dit vooroordeel bespreekbaar. De hoffelijke scepsis waarmee Nietzsche altijd met deze moraal omging, maakte dat hij tot dusver over zijn belangrijkste gedachten had gezwegen. Dat roept nu scepsis over de scepsis op: 'Nog één stap verder en ook deze schaamte maakt beschaamd, en tenslótte ... lachen we onszelf uit'. Om niet meer te hoeven zwijgen, is de 'kinderlijke strijdbaarheid' nodig om iedere meester uit te lachen die niet om zichzelf kan lachen. En de eerste meester is Nietzsche zelf, al is hij dan tot nar geworden. Ook een afgang van dit formaat kan tot goud worden gemaakt; binnen een experimentele filosofie kan elke ervaring bijdragen tot nieuwe kennis.

Het leven een middel tot kennis, met deze grondstelling in het hart kun je niet alleen moedig, maar zelfs vrolijk leven en vrolijk lachen!" (p.277)


"Als iets z'n grootste dreiging verloren heeft, stelt het in staat tot 'bevriend' lachen. Nietzsche zag dit als een betrekkelijk verfijnd stadium in wat een 'naaste' kan ondergaan door iets wat uitblinkt (of iemand die uitblinkt). In een ruwer stadium brengt wat uitblinkt foltering teweeg, in een iets minder ruw stadium slaag, vervolgens ontsteltenis, angstige verbazing, verwondering, jaloezie en bewondering, dan opstand, plezier en uiteindelijk blijmoedigheid. Vandaaruit wordt het achtereenvolgens mogelijk te lachen, uit te lachen, belachelijk te maken, te honen, slaag uit te delen en te folteren – wat nog steeds, op een uitermate fijnzinnige manier, het overwicht laat voelen van degene die gefolterd wordt Het aangename gevoel dat iets belachelijk is, kwam in Nietzsches ogen dus voort uit angst voor verwachte kwade gevolgen. Het moment waarop je kunt gaan lachen, was zo bezien inderdaad het teken van een beginnende genezing in de zin dat er een eigen positie veroverd begón te worden tegenover dat wat angst aanjoeg.

Op dit punt nam Nietzsche een aanzienlijk zinniger standpunt in dan (nog steeds) gangbare 'humortheorieën', die de aanleiding tot lachen zoeken in dat waar om gelachen wordt " (p.276-277)

Creatieve commentaar:

De volledige tekst van dit proefschrift (Erasmus Universiteit Rotterdam) is online te vinden!!

Het werk geeft een uitgebreide interpretatie weer van De Vrolijke Wetenschap, een vrolijk boek van een niet altijd vrolijke filosoof. Toch wordt een heel hoofdstuk gewijd aan "Onbedaarlijk lachen" (hoofdstuk 5). Het gaat hier volgens mij om een minder gebruikelijke betekenis van lachen. "Vrolijke wetenschap aanvaardt de eigen belachelijkheid": aanvaarding van het leven zoals het is, het eeuwige be-jahen.

zondag 18 november 2007

Laughter. An Essay on the Meaning of the Comic.

Referentie:

Bergson, Henri, Laughter. An Essay on the Meaning of the Comic, translated by Brereton, Cloudesley and Rotwell, Fred, Paris-London, 1997, 179 p. (oorspronkelijke uitgave: Le rire. Essai sur la signification du comique, Paris, 1899).

Informatief extract:

"In this great philosophical essay, Henri Bergson explores why people laugh and what laughter means.
The author of Creative Evolution and other influential works of the Twentieth Century begins with a discussion of laughter in general, focusing in the second part on laughter in situations and the comic in words, and, in the final section, on the comic in character. from Punch-and-Judy shows to Figaro, from a man falling down in the street to the great comic figures of Molière's plays, Bergson explores the implications and full meaning of laughter, concluding ultimately that laughter is corrective: “By laughter, society avenges itself for the liberties taken with it. It would fail in its object if it bore the stamp of sympathy or kindness.” Accordingly, Bergson argues, laughter serves a useful function to mankind." (abstract)

Creatieve commentaar:

Deze referentie vond ik via de Routledge Encyclopedia of Phylosophy.

In de UA-bibliotheek staat het oorspronkelijke (franstalige) werk van Bergson, maar een Engelse vertaling is (voor mij) misschien makkelijker te lezen.